20. Maar hij zeide: Gij zult niet doortrekken. En Edom rukte uit hem tegemoet met een geweldig leger en een sterke macht.
21. Toen nu Edom weigerde Israël door zijn gebied te laten trekken, boog Israël zijwaarts van hem af.
22. Nadat zij uit Kades opgebroken waren, kwamen de Israëlieten, de gehele vergadering, bij de berg Hor.
23. Toen zeide de Here tot Mozes en Aäron bij de berg Hor, aan de grens van het land Edom: