Numeri 1:3-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. van twintig jaar oud en daarboven, allen die in het leger uitrukken in Israël; gij zult hen tellen naar hun legerscharen, gij en Aäron.

4. Daarbij zal u uit elke stam één man behulpzaam zijn, de man, die het hoofd is van zijn families.

5. En dit zijn de namen der mannen die u ter zijde zullen staan: van Ruben Elisur, de zoon van Sedeür;

6. van Simeon Selumiël, de zoon van Surisaddai;

7. van Juda Nachson, de zoon van Amminadab;

8. van Issakar Netanel, de zoon van Suar;

9. van Zebulon Eliab, de zoon van Chelon;

10. van de zonen van Jozef: van Efraïm Elisama, de zoon van Ammihud; van Manasse Gamliël, de zoon van Pedasur;

11. van Benjamin Abidan, de zoon van Gidoni;

12. van Dan Achiëzer, de zoon van Ammisaddai;

13. van Aser Pagiël, de zoon van Okran;

14. van Gad Eljasaf, de zoon van Reüel;

15. van Naftali Achira, de zoon van Enan.

16. Dit zijn degenen die uit de vergadering moeten worden opgeroepen, vorsten van de stammen hunner vaderen; hoofden van Israëls geslachten zijn zij.

Numeri 1