Nehemia 13:8-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Ik was er zeer over ontstemd en wierp al het huisraad van Tobia het vertrek uit.

9. Op mijn bevel reinigde men de vertrekken, en ik bracht het gerei van het huis Gods, het spijsoffer en de wierook daarin terug.

10. Ook vernam ik, dat de bijdragen voor de Levieten niet gegeven waren, en dat de Levieten en de zangers, die de dienst verrichtten, ieder naar zijn eigen akker de wijk genomen hadden.

11. Toen onderhield ik de leiders hierover en zeide: Waarom is het huis Gods aan zijn lot overgelaten? Ik bracht hen weer bijeen en stelde hen op hun post.

Nehemia 13