8. en na hem Gabbai, Sallai: negenhonderd achtentwintig.
9. Joël, de zoon van Zikri, was gezaghebber over hen, en Jehuda, de zoon van Hassenua, was plaatsvervangend hoofd over de stad.
10. Van de priesters: Jedaja, de zoon van Jojarib, Jakin;
11. Seraja, de zoon van Chilkia, de zoon van Mesullam, de zoon van Sadok, de zoon van Merajot, de zoon van Achitub, was de overste van het huis Gods.