Micha 7:5-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

5. Vertrouwt de metgezel niet, verlaat u niet op de vriend; behoed de deuren van uw mond voor haar die aan uw boezem ligt.

6. Want de zoon minacht de vader; de dochter staat op tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder; des mensen huisgenoten zijn zijn vijanden.

7. Maar ik zal uitzien naar de Here, ik zal wachten op de God mijns heils; mijn God zal mij horen.

Micha 7