Micha 3:5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Zo zegt de Here aangaande de profeten die mijn volk verleiden; die, als zij iets met hun tanden te bijten krijgen, heil verkondigen, maar tegen hem die hun niets in de mond steekt, de oorlog uitroepen:

Micha 3

Micha 3:1-10