Matteüs 6:13-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. [Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.]

14. Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven;

15. maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.

16. En wanneer gij vast, toont dan niet, zoals de huichelaars, een somber gelaat; want zij maken hun aangezicht ontoonbaar, om zich aan de mensen te vertonen, wanneer zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds.

17. Maar gij, zalf uw hoofd, als gij vast, en was uw gelaat,

18. om u niet bij uw vasten aan de mensen te vertonen, maar aan uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.

19. Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maakt en waar dieven inbreken en stelen;

Matteüs 6