11. Geef ons heden ons dagelijks brood;
12. en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
13. en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. [Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.]
14. Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven;
15. maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven.