25. En al het volk antwoordde en zeide: Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen!
26. Toen liet hij hun Barabbas los, maar Jezus geselde hij en hij gaf Hem over om gekruisigd te worden.
27. Toen namen de soldaten van de stadhouder Jezus mede naar het gerechtsgebouw en riepen de gehele afdeling bij Hem samen.
28. En zij trokken Hem zijn klederen uit en deden Hem een scharlaken mantel om;
29. ook vlochten zij van doornen een kroon en zetten die op zijn hoofd en gaven Hem een riet in zijn rechterhand. Toen vielen zij voor Hem op de knieën en spotten, zeggende: Wees gegroet, gij Koning der Joden!