40. En Hij kwam bij zijn discipelen en vond hen slapende, en Hij zeide tot Petrus: Waart gijlieden zo weinig bij machte één uur met Mij te waken?
41. Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
42. Wederom, ten tweeden male, ging Hij heen en bad, zeggende: Mijn Vader, indien deze beker niet kan voorbijgaan, tenzij dan dat Ik die drinke, uw wil geschiede!
43. En toen Hij terugkwam, vond Hij hen slapende, want hun ogen waren bezwaard.
44. En Hij liet hen daar en ging wederom heen en bad ten derden male, opnieuw dezelfde woorden sprekende.
45. Toen kwam Hij bij de discipelen en zeide tot hen: Slaapt nu maar en rust. Zie, de ure is nabijgekomen, en de Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen van zondaren.
46. Staat op, laten wij gaan. Zie, die Mij overlevert, is nabij.