Matteüs 24:33-37 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

33. Zo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, weten, dat het nabij is, voor de deur.

34. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt.

35. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.

36. Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen.

37. Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn.

Matteüs 24