6. Nadat de discipelen heengegaan waren en gedaan hadden, zoals Jezus hun had opgedragen,
7. brachten zij de ezelin en het veulen en zij legden hun klederen erop, en Hij ging daarop zitten.
8. En het merendeel der schare spreidde hun klederen op de weg, anderen sloegen takken van de bomen en spreidden die op de weg.
9. En de scharen, die vóór Hem uit gingen en die volgden, riepen, zeggende:Hosanna de Zoon van David, gezegend Hij, die komt in de naam des Heren; Hosanna in de hoogste hemelen!