10. En toen Hij Jeruzalem binnenging, kwam de gehele stad in rep en roer en zeide: Wie is dit?
11. En de scharen zeiden: Dit is de profeet, Jezus, van Nazaret in Galilea.
12. En Jezus ging de tempel binnen en dreef allen uit, die verkochten en kochten in de tempel, en de tafels der wisselaars keerde Hij om en de stoelen van hen, die de duiven verkochten,