Matteüs 2:9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Zij hoorden de koning aan en reisden weg; en zie, de ster, die zij hadden gezien in het Oosten, ging hun voor, totdat zij kwam en stond boven de plaats, waar het kind was.

Matteüs 2

Matteüs 2:4-17