Matteüs 17:8-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen.

9. En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun, zeggende: Vertelt niemand dit gezicht, voordat de Zoon des mensen uit de doden is opgewekt.

10. En de discipelen vroegen Hem en zeiden: Hoe kunnen dan de schriftgeleerden zeggen, dat Elia eerst moet komen?

11. Hij antwoordde en zeide:

Matteüs 17