8. Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen.
9. En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun, zeggende: Vertelt niemand dit gezicht, voordat de Zoon des mensen uit de doden is opgewekt.
10. En de discipelen vroegen Hem en zeiden: Hoe kunnen dan de schriftgeleerden zeggen, dat Elia eerst moet komen?
11. Hij antwoordde en zeide: