12. Na de Babylonische ballingschap verwekte Jechonja Sealtiël, Sealtiël verwekte Zerubbabel,
13. Zerubbabel verwekte Abihud, Abihud verwekte Eljakim, Eljakim verwekte Azor,
14. Azor verwekte Sadok, Sadok verwekte Achim, Achim verwekte Eliud,
15. Eliud verwekte Eleazar, Eleazar verwekte Mattan, Mattan verwekte Jakob,
16. Jakob verwekte Jozef, de man van Maria, uit wie Jezus geboren is, die Christus genoemd wordt.