5. En Petrus antwoordde en zeide tot Jezus: Rabbi, het is goed, dat wij hier zijn, laten wij drie tenten opslaan, voor U een, en voor Mozes een, en voor Elia een.
6. Want hij wist niet, wat hij antwoorden moest, want zij waren zeer bevreesd.
7. En er kwam een wolk, die hen overschaduwde, en er klonk een stem uit de wolk: Deze is mijn Zoon, de geliefde, hoort naar Hem.
8. En opeens, rondkijkende, zagen zij niemand meer bij zich dan Jezus alleen.