Marcus 5:30-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

30. En Jezus bemerkte terstond bij Zichzelf de kracht, die van Hem uitgegaan was, en Hij keerde Zich om in de schare, en zeide: Wie heeft mijn klederen aangeraakt?

31. En zijn discipelen zeiden tot Hem: Gij ziet, dat de schare tegen U opdringt en Gij zegt: Wie heeft Mij aangeraakt?

32. En Hij keek rond om te zien, wie dat gedaan had.

33. De vrouw nu, bevreesd en bevende, wetende wat met haar geschied was, kwam en wierp zich voor Hem neder en zeide Hem de volle waarheid.

Marcus 5