9. Pilatus antwoordde en zeide tot hen: Wilt gij, dat ik u de Koning der Joden loslaat?
10. Want hij bemerkte, dat de overpriesters Hem uit nijd overgeleverd hadden.
11. Doch de overpriesters zetten de schare op, dat hij hun liever Barabbas zou loslaten.
12. Pilatus antwoordde en zeide wederom tot hen: Wat moet ik dan doen met Hem, die gij de Koning der Joden noemt?
13. En zij schreeuwden wederom: Kruisig Hem!
14. Pilatus zeide tot hen: Wat heeft Hij dan voor kwaad gedaan? Zij schreeuwden des te meer: Kruisig Hem!