Marcus 15:4-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. En Pilatus vroeg Hem wederom [en zeide]: Geeft Gij niets ten antwoord? Zie, hoevele beschuldigingen zij tegen U inbrengen.

5. Doch Jezus gaf hem niets meer ten antwoord, zodat Pilatus zich verwonderde.

6. En bij elk feest liet hij hun een gevangene los, voor wie zij dit vroegen.

7. Nu was er iemand, genaamd Barabbas, gevangengezet met de oproermakers, die in het oproer een moord begaan hadden.

Marcus 15