Marcus 13:21-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. Indien dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus, zie, Hij is daar, gelooft het niet.

22. Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen tekenen en wonderen doen om, ware het mogelijk, de uitverkorenen te verleiden.

23. Doch gij, ziet toe: Ik heb het u alles voorzegd.

24. Maar in die dagen, na de verdrukking, zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven.

25. En de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen.

26. En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op de wolken, met grote macht en heerlijkheid.

27. En dan zal Hij zijn engelen uitzenden en zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het uiterste der aarde tot het uiterste des hemels.

28. Leert dan van de vijgeboom deze les: Wanneer zijn hout reeds week wordt en de bladeren doet uitspruiten, weet gij daaraan, dat de zomer nabij is.

29. Zo moet gij ook, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het nabij is, voor de deur.

30. Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins voorbijgaan, voordat dit alles geschiedt.

31. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.

32. Maar van die dag of van die ure weet niemand, ook de engelen in de hemel niet, ook de Zoon niet, alleen de Vader.

33. Ziet toe, blijft waakzaam. Want gij weet niet, wanneer het de tijd is.

Marcus 13