Marcus 10:48-52 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

48. En velen bestraften hem, opdat hij zwijgen zou. Doch hij riep des te meer: Zoon van David, heb medelijden met mij!

49. En Jezus stond stil en zeide: Roept hem. En zij riepen de blinde en zeiden tot hem: Houd moed, sta op, Hij roept u.

50. Toen wierp hij zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus.

51. En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? De blinde zeide tot Hem: Rabboeni, dat ik ziende worde!

52. En Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende en volgde Hem op de weg.

Marcus 10