Marcus 10:39-42 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

39. Zij zeiden tot Hem: Wij kunnen het. Jezus zeide tot hen: De beker, die Ik drink, zult gij drinken en met de doop, waarmede Ik gedoopt word, zult gij gedoopt worden,

40. maar het zitten aan mijn rechterzijde of linkerzijde, staat niet aan Mij te geven, maar het is voor hen, voor wie het bereid is.

41. En toen de tien dit hoorden, begonnen zij het Jakobus en Johannes kwalijk te nemen.

42. En Jezus riep hen tot Zich en zeide tot hen: Gij weet, dat zij, die regeerders der volken heten, heerschappij over hen voeren, en hun rijksgroten oefenen macht over hen.

Marcus 10