10. En thuis vroegen de discipelen Hem weder naar die zaak.
11. En Hij zeide tot hen: Wie zijn vrouw wegzendt en een andere trouwt, pleegt echtbreuk ten opzichte van haar;
12. en indien zij haar man verlaat en een ander trouwt, pleegt zij echtbreuk.
13. En zij brachten de kinderen tot Hem, opdat Hij ze zou aanraken; doch de discipelen bestraften hen.