Lucas 12:21-40 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. Zó vergaat het hem, die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God.

22. En Hij zeide tot zijn discipelen: Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of over uw lichaam, waarmede gij u zult kleden.

23. Want het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding.

24. Let op de raven, zij zaaien niet en zij maaien niet, zij hebben geen voorraadkamer of schuur, en toch voedt God ze. Hoe ver gaat gij de vogelen te boven!

25. Wie van u kan door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen?

26. Indien gij dan zelfs het geringste niet kunt, wat zult gij u bezorgd maken om het overige?

27. Let op de leliën, hoe zij spinnen noch weven, en Ik zeg u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze.

28. Indien nu God het gras op het veld, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zó bekleedt, hoeveel te meer u, kleingelovigen?

29. En gij, zoekt niet wat gij eten of drinken zult en weest niet verontrust,

30. want naar al deze dingen gaat het zoeken van de volken der wereld uit. Doch uw Vader weet, dat gij deze dingen behoeft.

31. Maar zoekt zijn Koninkrijk, en die dingen zullen u bovendien geschonken worden.

32. Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven.

33. Verkoopt uw bezittingen om aalmoezen te geven. Maakt u beurzen, die niet oud worden, een schat, die nooit opraakt, in de hemelen, waar geen dief bij komt en geen mot ze schaadt.

34. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.

35. Laten uw lendenen omgord zijn en uw lampen brandende.

36. En gij, weest gelijk aan mensen, die op hun heer wachten, wanneer hij van de bruiloft wederkeert, om hem, als hij komt en klopt, terstond te kunnen opendoen.

37. Zalig die slaven, die de heer bij zijn komst wakende zal aantreffen. Voorwaar, Ik zeg u, hij zal zich omgorden en hen aan tafel nodigen, en bij hen komen om hen te bedienen.

38. En wanneer hij in de tweede of in de derde nachtwake komt en hen zó aantreft, zalig zijn zij.

39. Maar weet dit: Als de heer des huizes geweten had, op welk uur de dief zou komen, hij zou in zijn huis niet hebben laten inbreken.

40. Weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen.

Lucas 12