35. Zie dan toe, dat wat licht in u is niet duisternis zij.
36. Indien dan uw lichaam geheel verlicht en geen deel duister is, zal het geheel verlicht zijn, evenals wanneer de lamp u met haar schijnsel verlicht.
37. Terwijl Hij sprak, nodigde een Farizeeër Hem om bij hem te komen eten. En Hij kwam binnen en ging aanliggen.