15. Hierna offerde hij de offergave des volks; hij nam de bok van het zondoffer, die voor het volk bestemd was, slachtte die en bereidde hem ten zondoffer zoals het vorige.
16. Daarna offerde hij het brandoffer en deed daarmede volgens het voorschrift.
17. Vervolgens liet hij het spijsoffer brengen, nam er een handvol van en deed het in rook opgaan op het altaar, benevens het morgenbrandoffer.
18. Ook slachtte hij het rund en de ram, die als vredeoffer voor het volk bestemd waren, en de zonen van Aäron reikten hem het bloed, en hij sprengde het rondom tegen het altaar.