Leviticus 4:30-32 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

30. En de priester zal met zijn vinger een deel van het bloed nemen en het strijken aan de horens van het brandofferaltaar; al het overige bloed zal hij aan de voet van het altaar uitgieten.

31. Maar al het vet ervan zal hij wegnemen, zoals het vet bij het vredeoffer weggenomen wordt, en de priester zal het op het altaar in rook doen opgaan, tot een liefelijke reuk voor de Here. Zo zal de priester over hem verzoening doen, en het zal hem vergeven worden.

32. Indien hij een schaap brengt als zijn offergave ten zondoffer, dan zal hij een gaaf dier van het vrouwelijk geslacht brengen.

Leviticus 4