Leviticus 25:19-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. En het land zal zijn vrucht geven, zodat gij tot verzadiging eet en daarin veilig woont.

20. Wanneer gij zegt: wat zullen wij in het zevende jaar eten, zie, wij mogen niet zaaien noch onze oogst inhalen –

21. dan zal Ik mijn zegen in het zesde jaar over u gebieden, dat het u een opbrengst geve voor drie jaren.

22. In het achtste jaar zult gij zaaien, maar van de vorige oogst eten, tot het negende jaar; totdat de oogst daarvan binnenkomt, zult gij van de vorige eten.

Leviticus 25