Leviticus 25:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. En de Here sprak tot Mozes op de berg Sinai:

2. Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: Wanneer gij in het land komt, dat Ik u geef, dan zal het land rusten, een sabbat voor de Here.

3. Zes jaar zult gij uw akker bezaaien en zes jaar zult gij uw wijngaard snoeien, en de opbrengst daarvan inzamelen,

4. maar in het zevende jaar zal het land een volkomen sabbat hebben, een sabbat voor de Here: uw akker zult gij niet bezaaien en uw wijngaard niet snoeien.

5. Wat vanzelf opkomt van uw oogst, zult gij niet inoogsten en de druiven van uw ongesnoeide wijnstok zult gij niet inzamelen; het zal een jaar van rust voor het land zijn.

6. De sabbatopbrengst van het land zal u tot voedsel zijn: u en uw slaaf en uw slavin, uw dagloner en uw bijwoner, die bij u vertoeven.

7. Ook voor uw vee en voor het gedierte, dat in uw land is, zal de gehele opbrengst daarvan tot voedsel zijn.

Leviticus 25