Leviticus 17:5-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

5. opdat de Israëlieten hun slachtoffers brengen, die zij op het open veld plegen te offeren; zij moeten ze brengen voor de Here, naar de ingang van de tent der samenkomst, tot de priester, om ze als vredeoffers de Here te offeren.

6. Dan zal de priester het bloed op het altaar des Heren, bij de ingang van de tent der samenkomst, sprengen en het vet in rook doen opgaan tot een liefelijke reuk voor de Here.

7. En zij zullen hun offers niet meer brengen aan de veldgeesten, die zij overspelig nalopen. Een altoosdurende inzetting zal dit voor hen zijn in hun geslachten.

8. En gij zult tot hen zeggen: Ieder van het huis Israëls of van de vreemdelingen, die in uw midden vertoeven, die een brandoffer of slachtoffer offert,

9. maar dat niet naar de ingang van de tent der samenkomst brengt om het de Here te bereiden, die zal uit zijn volksgenoten uitgeroeid worden.

10. Ieder van het huis Israëls en van de vreemdelingen, die in hun midden vertoeven, die enig bloed eet – tegen zo iemand, die dat bloed gegeten heeft, zal Ik mijn aangezicht keren en hem uit het midden van zijn volk uitroeien.

11. Want de ziel van het vlees is in het bloed en Ik heb het u op het altaar gegeven om verzoening over uw zielen te doen, want het bloed bewerkt verzoening door middel van de ziel.

Leviticus 17