Leviticus 11:12-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Alles in het water, dat geen vinnen of schubben heeft, dat zal u een gruwel zijn.

13. Deze zult gij verafschuwen onder de vogels, – zij mogen niet gegeten worden, een gruwel zijn zij –: de arend, de lammergier en de zeearend,

14. de wouw en alle soorten gieren,

15. alle soorten raven,

16. de struisvogel, de katuil en de meeuw en alle soorten sperwers,

Leviticus 11