Leviticus 10:18-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

18. Zie, het bloed daarvan is niet binnen in het heiligdom gebracht; gij hadt het immers in het heiligdom moeten eten, zoals ik geboden had.

19. Toen sprak Aäron tot Mozes: Zie, heden hebben zij hun zondoffer en hun brandoffer voor het aangezicht des Heren gebracht, en zulke dingen zijn mij overkomen; indien ik heden zondoffer gegeten had, zou dat goed geweest zijn in de ogen des Heren?

20. Toen Mozes dit hoorde, was het goed in zijn ogen.

Leviticus 10