Klaagliederen 3:62-66 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

62. de taal van wie tegen mij opstaan, en hun gemompeltegen mij, de ganse dag.

63. Aanschouw hun zitten en hun opstaan:Ik ben hun spotlied.

64. Gij zult hun vergelden, o Here,naar het werk hunner handen.

65. Gij zult hun geest verblinden –uw vloek over hen!

66. Gij zult hen in toorn vervolgen en verdelgenvan onder des Heren hemel.

Klaagliederen 3