11. Westwaarts liep hun grens op tot Marala, reikte tot aan Dabbeset, en naderde vervolgens de beek, tegenover Jokneam.
12. Van Sarid uit liep zij in tegengestelde richting zuiver oostwaarts over het gebied van Kislot-Tabor, kwam uit bij Daberat en liep dan op naar Jafia;
13. vandaar ging zij zuiver oostwaarts naar Gat-Hachefer, naar Et-Kasin en kwam uit bij Rimmon, dat zich uitstrekt in de richting van Nea.
14. Vervolgens boog de grens daaromheen noordelijk van Channaton, om te eindigen in het dal van Jiftach-El.