Jozua 14:1-2 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Dit nu zijn de erfdelen, die de Israëlieten in het land Kanaän ontvangen hebben, welke de priester Eleazar, Jozua, de zoon van Nun, en de familiehoofden van de stammen aan de Israëlieten ten erfdeel gegeven hebben,

2. eens ieders erfdeel door het lot, zoals de Here door de dienst van Mozes geboden had betreffende de negen stammen en de halve stam.

Jozua 14