8. Tezamen met de (andere helft van de stam Manasse) hebben de Rubenieten en de Gadieten hun erfdeel ontvangen, dat Mozes hun gegeven had aan de overzijde van de Jordaan, in het oosten, zoals Mozes, de knecht des Heren, het hun gegeven had:
9. van Aroër af, dat aan de oever van de beek Arnon ligt, de stad, die aan de middenloop der beek ligt, en de gehele hoogvlakte, van Medeba tot Dibon;
10. en alle steden van Sichon, de koning der Amorieten, die te Chesbon regeerde, tot aan het gebied der Ammonieten;