2. O, dat mijn verdriet toch goed gewogen werd,en men mijn leed in een weegschaal daarnaast legde!
3. Ja, dan zou het zwaarder blijken dan het zand der zee;daarom waren mijn woorden ondoordacht.
4. Want de pijlen des Almachtigen steken in mij,welker gif mijn geest inzuigt;Gods verschrikkingen stellen zich in slagorde tegen mij op.