4. Laten wij voor onszelf uitmaken wat recht is,met elkander beslissen wat goed is.
5. Want Job zegt: Ik ben in mijn recht,maar God heeft mij mijn recht onthouden;
6. ondanks mijn recht sta ik als leugenaar,hoewel ik onschuldig ben, is mijn wonde onheelbaar.
7. Wie is een man als Job,die godslastering indrinkt als water,
8. die in het gezelschap van bedrijvers van ongerechtigheid verkeerten omgang heeft met goddeloze lieden?