Job 33:27-33 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

27. Dan zingt hij ten aanhoren van de mensen en zegt:Ik had gezondigd en het recht gebogen,maar het werd mij niet vergolden;

28. Hij heeft mijn ziel bevrijd van de gang naar de groeve,en mijn leven verlustigt zich in het licht.

29. Zie, dit alles doet Godtweemaal, driemaal met een mens:

30. zijn ziel terugbrengen van de groeve,zodat hij bestraald wordt door het levenslicht.

31. Merk op, o Job, en luister naar mij,zwijg stil, opdat ik spreke.

32. Hebt gij iets te zeggen, antwoord mij;spreek, want ik zou u gaarne gelijk geven.

33. Zo niet, luister gij dan naar mij;zwijg, opdat ik u wijsheid lere.

Job 33