18. – veeleer van mijn jeugd af groeide hij bij mij op als bij een vader,en van de schoot mijner moeder af leidde ik haar –
19. indien ik ooit een zwerveling heb gezien zonder kleeden een arme zonder bedekking;
20. indien zijn lendenen mij niet hebben gezegend,en hij zich niet verwarmd heeft met de vacht mijner schapen;