Job 23:7-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. Dan zou een oprechte bij Hem pleiten,en zou ik voorgoed aan mijn Rechter ontkomen.

8. Zie, ga ik naar het oosten, Hij is er niet;en naar het westen, ik bespeur Hem niet;

9. werkt Hij in het noorden, ik aanschouw Hem niet;keert Hij Zich naar het zuiden, ik zie Hem niet.

10. Want Hij weet, hoe mijn wandel is;toetste Hij mij, ik kwam als goud te voorschijn.

Job 23