Jesaja 51:8-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Want als een kleed verteert hen de mot en als wol verteert hen de worm; maar mijn gerechtigheid duurt eeuwig en mijn heil van geslacht tot geslacht.

9. Waak op, waak op, bekleed u met sterkte, gij arm des Heren! Waak op als in de dagen van ouds, van de geslachten uit de voortijd! Zijt gij het niet, die Rahab neergehouwen, de zeedraak doorboord hebt?

10. Zijt gij het niet, die de zee hebt drooggelegd, de wateren van de grote diepte; die de diepte der zee hebt gemaakt tot een weg, een doortocht voor verlosten?

11. De vrijgekochten des Heren zullen wederkeren en met gejubel in Sion komen; eeuwige vreugde zal op hun hoofd wezen, blijdschap en vreugde zullen zij verwerven, kommer en gezucht zullen wegvluchten.

Jesaja 51