Jesaja 41:26-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

26. Wie heeft het van de aanvang af bekendgemaakt, zodat wij het weten? En tevoren, zodat wij moeten zeggen: Hij heeft gelijk? Neen, niemand heeft het bekendgemaakt, niemand heeft het doen horen, niemand heeft u daarover horen spreken.

27. Als eerste (verkondig Ik) aan Sion: Zie, daar zijn zij – en aan Jeruzalem geef Ik een vreugdebode.

28. Zie Ik rond, dan is er niemand; en zie Ik naar hen, dan is er geen raadsman, dat Ik hun zou kunnen vragen en zij Mij antwoord zouden kunnen geven.

29. Zie, zij allen zijn nietigheid; niets zijn hun werken, wind en ijdelheid hun gegoten beelden.

Jesaja 41