Jesaja 32:6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Want een dwaas spreekt dwaasheid en zijn hart brengt ongerechtigheid voort: het bedrijven van goddeloosheid, en het prediken van afval tegen de Here; het onverzadigd laten van de hongerige, en het onthouden van een dronk aan de dorstige.

Jesaja 32

Jesaja 32:3-8