Jesaja 3:4-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. En knapen zal Ik hun tot vorsten geven en de moedwil zal over hen heersen.

5. Dan zal het volk dringen, man tegen man, de een tegen de ander; de knaap zal op de oude en de verachte op de geëerde losstormen.

6. Wanneer iemand een ander van zijn familie aangrijpt (met de woorden): Gij hebt een mantel, wees onze aanvoerder en laat deze puinhoop onder uw hoede zijn –

Jesaja 3