Jesaja 23:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. De Godsspraak over Tyrus.Jammert, gij schepen van Tarsis, want het is verwoest, zodat er geen huis meer is; sedert zij kwamen uit het land der Kittiërs, is het hun bekend geworden.

2. Verstomt, gij bewoners van het kustland; de handelaars van Sidon, die de zee bevaren, hebben u verrijkt;

3. over de grote wateren kwam het zaad van Sichor, de oogst van de Nijl was zijn inkomen, en het was de koopwaar der volken.

4. Sta beschaamd, Sidon, want de zee, de vesting der zee, zegt: Ik heb geen weeën gehad noch gebaard, geen jonge mannen grootgebracht, geen meisjes opgevoed.

5. Als de tijding Egypte bereikt, beeft men bij die tijding over Tyrus.

6. Steekt over naar Tarsis, jammert gij bewoners van het kustland!

7. Is dit uw uitgelaten (stad), welker oorsprong is van de dagen van ouds, welker voeten haar wegdroegen om zich in verre landen te vestigen?

Jesaja 23