Jesaja 21:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. De Godsspraak over de woestijn aan de zee.Als stormvlagen, die in het Zuiderland gieren, komt het uit de woestijn, uit een vreselijk land.

2. Een dreigend gezicht is mij geopenbaard: een verrader, die verraderlijk handelt en een verwoester, die verwoest. Trek op, Elam! Sla het beleg, Medië! Alle zuchten doe Ik ophouden.

3. Daarom zijn mijn heupen een en al siddering, weeën grijpen mij aan als de weeën ener barende; ik krimp ineen bij het horen; ik ben verschrikt bij het zien.

Jesaja 21