Jeremia 7:30 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Want de kinderen van Juda hebben gedaan wat kwaad is in mijn ogen, luidt het woord des Heren; zij hebben hun gruwelen geplaatst in het huis, waarover mijn naam is uitgeroepen, om dat te verontreinigen,

Jeremia 7

Jeremia 7:28-34