Jeremia 49:32 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

laten hun kamelen ten roof worden en de menigte van hun vee ten buit; naar alle windstreken zal Ik hen verstrooien, die zich het haar rondom wegscheren, en van alle kanten zal Ik hun ondergang doen komen, luidt het woord des Heren.

Jeremia 49

Jeremia 49:23-35